22 november 2024 in Algemeen

Reactie NVSA n.a.v. mogelijke schending van beperkende maatregelen

De NVSA heeft kennisgenomen van het vonnis en de berichtgeving met betrekking tot de recente veroordeling van een strafrechtadvocaat wegens het schenden van zijn geheimhoudingsplicht. Het is voor de NVSA niet gebruikelijk om te reageren op individuele gevallen en bovendien is de betreffende advocaat geen lid van de specialistenvereniging voor strafrechtadvocaten, de NVSA. De NVSA zal ook niet ingaan op de juridische vraag of de geheimhoudingsplicht is geschonden, maar het vonnis geeft wel aanleiding tot het maken van enkele opmerkingen over de rol van de advocaat in strafzaken.

Het staat voorop dat de onschuldpresumptie van toepassing is en naar wij hebben begrepen is hoger beroep ingesteld. De advocaat moet dus gedurende het hoger beroep voor onschuldig worden gehouden.

De NVSA vindt het echter wel van belang om in te gaan op een element uit het vonnis omdat de vereniging als doel heeft het bevorderen van een deskundige, doeltreffende en adequate beroepsuitoefening op het gebied van straf(proces)recht. Wij raden om die reden ook alle strafrechtadvocaten aan om zich aan te sluiten bij de NVSA. De NVSA investeert veel in de opleiding van strafrechtadvocaten en biedt een platform om de kernwaarden van ons beroep hoog in het vaandel te houden, alsook de wet- en regelgeving.

In het vonnis wordt ingegaan op de beperkende maatregel. Beperkende maatregelen kunnen door de officier van justitie worden opgelegd in het belang van het opsporingsonderzoek waardoor de verdachte, kort gezegd, geen contact heeft met de buitenwereld. De beperkingen gelden ook voor de advocaat, die in dat geval geen informatie over de strafzaak of van cliënt naar buiten mag brengen. Het is een verstrekkende maatregel die niet lichtzinnig moet worden ingezet, maar de maatregel kan van groot belang zijn voor een lopend opsporingsonderzoek en een advocaat dient dit te allen tijde te respecteren. 

In het vonnis is te lezen dat naar voren is gebracht dat “een binnen de advocatuur breed gedragen standpunt” zou zijn dat de beperkingen pas gelden als het daartoe strekkende bevel schriftelijk aan de verdachte zou zijn uitgereikt. Ook als de advocaat op de hoogte is van de beperkingen op andere wijze, in dit geval door vermelding op het piketformulier.

De NVSA hecht eraan op te merken dat haar niet een dergelijk “breed gedragen standpunt” bekend is. In de op dit punt beschikbare tuchtrechtspraak komt een dergelijk standpunt ook niet naar voren.

De NVSA benadrukt dat advocaten in strafzaken zich bewust moeten zijn van het belang dat de samenleving stelt in de behoorlijkheid van de rechtsbijstand in strafzaken en het vertrouwen dat de samenleving als geheel moet kunnen hebben in de advocatuur. De dienstverlening van de raadsman speelt zich uitsluitend binnen de kaders van de wet en het recht af. De NVSA wenst te benadrukken dat dit ook betekent dat advocaten zich houden aan de beperkende maatregelen in het belang van het opsporingsonderzoek.